Bart Lemmen wil kansen als prof met twee handen grijpen
Het kan verkeren. Twee jaar geleden won Bart Lemmen als clubrenner van West-Frisia de Schwalbe Topcompetitie en ook in 2022 was hij namens VolkerWessels één van de uitblinkers van de reeks met onder meer een zege in de Nummer 1 Ton Dolmans Trofee. Met ook nog eens een vierde plek op het NK voor profs wist hij voor dit en volgend jaar een profcontract af te dwingen bij Human Powered Health. Hij stond al zij aan zij met Jonas Vingegaard in O Gran Camino, maar krijgt de komende tijd vooral in kleinere etappekoersen een kans om zich te tonen. ‘’Fietsen is echt mijn werk geworden, ik ga er alles aan doen om ten volle alle mogelijkheden te benutten.’’
Bart Lemmen neemt vanaf zijn trainingsstage in Spanje de tijd om even te bellen voor een verhaal op de site van de Schwalbe Topcompetitie, de reeks die hem een podium bood zich in de kijker te rijden bij de profs.
Hallo Bart, Hoe bevalt het in het profpeloton?
‘’Ik ben inmiddels al een beetje gewend aan het leven als profwielrenner. Het is altijd de vraag hoe dat uitpakt als je er opeens alles aan kunt doen om zo goed mogelijk voorbereid aan de start te staan van je volgende wedstrijden. Ik lijk de extra belasting goed aan te kunnen. Ik zit momenteel in Girona om mijn basis te vergroten. Want in vergelijking met veel anderen heb ik wel een achterstand. Ik was nog niet zo lang geleden immers nog een beroepsmilitair die alle vrije uren benutte om te trainen. Ik krijg bij Human Powered Health alle tijd om rustig in te stromen. Ze verwachten niet dat ik vanaf dag één mijn koersen win. Ik heb ook iets minder koersdagen in vergelijking met veel anderen. Mijn seizoen startte wel bijzonder. Door het cancelen van de Tour of Antalya als gevolg van de aardbevingen daar, debuteerde ik in Oman. Dat was superleuk maar ook heel warm. Daar reageerde mijn lijf niet goed op, ik was wat ziekjes en kon mijn kracht niet echt kwijt. In O Gran Camino ging het al een heel stuk beter. Ik was daar in de tijdrit vierde achter mannen als Vingegaard en Dennis en dat zegt me toch wel dat ik op de goede weg ben en opnieuw beter aan mijn seizoen begonnen ben.’’
Je was twee jaar geleden nog clubrenner, combineerde het fietsen met een militaire loopbaan, voelt het vreemd om je nu prof te mogen noemen?
‘’Ík moet zeggen dat het fietsen op continentaal niveau je best goed voorbereidt op het profwielrennen. Ik vond de schok niet zo groot. Het is vooral dat ik naast de fiets nu veel meer kan doen om op de fiets beter voor de dag te komen. Ik let nu wat meer op mijn voeding, kan uitgebreid de core stability-oefeningen doen. Ik kan nu eigenlijk alles goed doen om prof te zijn. Ik moet mezelf ook nog wel eens in mijn arm knijpen als ik hier in Girona in het zonnetje wegfiets. Ik mag dat nu mijn werk noemen. Het is wel bijzonder om nu opeens naast Vingegaard te staan, maar aan de andere kant: vorig jaar bij VolkerWessels zat ik ook twee keer in de kopgroep met Mathieu van der Poel. Maar ik ben niet echt starstruck, ik vind het wel een kick geven om met steun van mijn ploeg pal naast Vingegaard afgezet te worden voor de slotklim. Wij hebben alleen twee tot drie man nodig om dat te doen, waar Rohan Dennis dat rustig alleen voor zijn rekening neemt. Je gaat er eigenlijk zo in mee.’’
Wat heb je nog op het programma staan?
‘’Ik rijd de komende weken de Giro di Sicilia, de Hellas Tour, de Tour of Norway en de Baloise Belgium Tour. Prima bezette koersen zonder dat er alléén maar toppers aan de start staan. Het zijn koersen waar ik verwacht goed te kunnen zijn en wellicht wel een keer raak te schieten in een etappe die me ligt. Daarna kijk ik uit naar de Nederlandse Kampioenschappen op de weg en op de tijdrit, waar ik ook wel een doel van gemaakt heb.’’
Welke lessen kunnen andere wielrenners trekken uit jouw loopbaan? Het lukte jou als 27-jarige nog om profdebutant te worden.
‘’Ik wil er oprecht voor waken om te roepen dat je ‘alles kunt bereiken als je het maar graag wilt’. Natuurlijk is het belangrijk om je dag in, dag uit voor je doel in te zetten, maar het had maar heel weinig gescheeld of ik was geen prof geweest in 2023, terwijl ik er vorig jaar echt de benen en resultaten wel voor had om dat doel te bereiken. Je hebt het niet allemaal zelf in de hand. Als je geen twintig meer bent, is het gewoon lastig prof te worden. Mensen als ikzelf, Sjoerd Bax en Elmar Reinders bewijzen wel dat het niet onmogelijk is, maar we hebben er veel voor moeten doen. En op sommige momenten in je loopbaan ook wat geluk hebben. Zoals het feit dat ik ooit bij West-Frisia terecht kwam via een maat van me, waar ik echt een mooi programma kreeg om me in de kijker te rijden en die kansen toen en daarna ook heb weten te pakken. Maar ik wil maar zeggen dat je jezelf ook niet blind moet staren op prof worden. Het is mooi als het lukt, maar geniet er ook van dat je wielrenner bent, ook als je op een lager niveau rijdt. Jij mag dat koekje nog wel eten waar een prof die echt moet laten staan. Het is maar een voorbeeld, maar fietsen op een lager niveau heeft ook zijn charmes, wil ik er maar mee zeggen. Ondertussen ga ik proberen die kans dat ik heb gekregen met twee handen aan te pakken. Want ik heb het idee dat er nog meer inzit voor me.’’ (Roy Schriemer/CyclingOnline.nl)
No Comments